Boedapest is een fantastische bestemming voor een stedentrip in Europa. Het is te vergelijken met steden als Parijs of Wenen, met mooie straten vol indrukwekkende architectuur, een interessante historie en veel cultuur. Maar wat Boedapest voor mij zo bijzonder maakt, is dat dit wordt gecombineerd met een creatieve, ‘edgy’ kant, zoals de populaire ruïnebars en veel street art.
Ik was er een lang weekend (vrijdag tot en met maandag), wat perfect is als je de stad voor het eerst bezoekt. In dit artikel deel ik al mijn favoriete bezienswaardigheden in Boedapest. Naast deze highlights vind je aan het einde ook nog praktische reistips die handig zijn als dit je eerste stedentrip naar Boedapest wordt.
Boedapest: twee stadsdelen, één stad

Boedapest bestaat eigenlijk uit twee delen, gescheiden door de Donau. Aan de westkant ligt het heuvelachtige Boeda, met het Vissersbastion, de Burcht en panoramische uitzichten over de stad. Aan de oostkant vind je het vlakke, drukkere Pest, waar het parlementsgebouw, de meeste musea, winkels en restaurants zich bevinden. Tot 1873 waren Boeda en Pest nog aparte steden, tot ze (samen met Óbuda) officieel werden samengevoegd tot één hoofdstad: Boedapest.
1. Vissersbastion – het mooiste uitzicht over de Donau


Als er één bezienswaardigheid in Boedapest is die je tijdens je eerste bezoek zeker niet mag overslaan, dan is dit het Vissersbastion (Fisherman’s Bastion). Deze bijzondere, zeer fotogenieke plek bovenop de Burchtheuvel is een van de mooiste uitkijkpunten van Boedapest. Vanaf het witte, sprookjesachtige bouwwerk heb je een panoramisch uitzicht over de Donau, de Kettingbrug en het mooie Parlementsgebouw.
Het werd eind 19e eeuw gebouwd ter ere van het duizendjarig bestaan van de Hongaarse staat. Waar de naam vandaan komt is niet helemaal duidelijk. De een zegt dat het vernoemd is naar het vissersgilde dat dit deel van de stad in de Middeleeuwen verdedigde (het plein waaraan het ligt stamt uit die tijd). Een andere theorie is dat er hier vroeger simpelweg vis werd verkocht. Het bouwwerk heeft in ieder geval nooit een militaire functie gehad.
Je zal zeker niet de enige toerist zijn die hier rondloopt. Ik was er overdag tijdens een nationale feestdag, wat achteraf gezien niet de meest verstandige keuze was. Het is beter om juist met zonsopgang of zonsondergang het Vissersbastion te bezoeken om zo iets rustiger en met prachtig licht van het uitzicht te kunnen genieten.
2. Het Hongaars Parlementsgebouw – het symbool van de stad

Het neogotische Hongaarse parlementsgebouw aan de Pest-zijde van de Donau is het symbool van Boedapest. Het is een van de grootste parlementsgebouwen ter wereld (271 meter lang) en met z’n 96 meter hoge koepel heel indrukwekkend, vooral je ‘m vanaf het Vissersbastion aan de overkant van de rivier bewondert.
Binnen schijnt het net zo imposant te zijn met sierlijke plafonds, historische zalen én de Hongaarse kroonjuwelen die hier streng worden bewaakt.
Om het parlementsgebouw te bezoeken moet je (ruim) van tevoren een toegangskaartje kopen. Je kan hierbij kiezen voor een rondleiding van 45 minuten met een gids (o.a. in het Engels) of met een audioguide (meerdere talen, waaronder Nederlands). Kaartjes zijn snel uitverkocht en voor onregelmatige tijden (waardoor het mij helaas niet lukte), dus wees er op tijd bij.
3. Schoenenmonument op de kade langs de Donau


Wandel voor of na je bezoek aan het parlementsgebouw langs het water naar een van de meest aangrijpende plekken in de stad. De bronzen schoenen herinneren aan de Joden, Roma en tegenstanders van het regime die tijdens de Tweede Wereldoorlog hier aan de Donau zijn vermoord. Voordat ze werden geëxecuteerd en in het water vielen, werden ze gedwongen hun schoenen uit te trekken.
4. St. Stefaansbasiliek – imposant + 360-graden uitzicht


Wandelend door Pest kan je bijna niet om de St. Stefaansbasiliek heen. Met een imposante koepel is het namelijk een van de meest indrukwekkende gebouwen die je tegen komt. De basiliek is vernoemd naar Stefanus I (975-1038), de eerste koning van Hongarije. Zijn gemummificeerde rechterhand wordt hier bewaard.
Naast de mooie en rijk versierde binnenkant kun je ook naar de koepel klimmen om van het 360-graden uitzicht over de stad te genieten. Tickets zijn online verkrijgbaar, ook in combinatie met een klassiek concert. Helaas was toen ik er was de basiliek gesloten in verband met evenementen rond de nationale feestdag, maar ik wil volgende keer zeker binnen kijken.
5. Kettingbrug & Vrijheidsbrug – twee iconische bruggen over de Donau


Boedapest is onlosmakelijk verbonden met de Donau en er zijn meerdere bruggen die Boeda en Pest met elkaar verbinden. Niet alleen zijn sommige bruggen prachtig om te zien, een wandeling over de brug is ook zeker iets wat je in Boedapest een keer moet doen.
Twee bruggen sprongen er wat mij betreft uit: de Kettingbrug en de Vrijheidsbrug. De Kettingbrug (Széchenyi Lánchíd) – gebouwd in 1849 – is de oudste en meest iconische brug van de stad. Het ziet er erg statig en klassiek uit. Helaas was de brug tijdens mijn bezoek afgesloten vanwege renovatiewerkzaamheden. De Vrijheidsbrug (Szabadság híd) ziet er met z’n groene stalen structuur en de art nouveau-details weer heel anders uit. Deze brug ligt naast de Grote Markthal en is dus goed hiermee te combineren.
6. Grote Markthal – Hongaarse producten proeven en kopen


In elke reisgids of artikel over bezienswaardigheden in Boedapest wordt de Grote Markthal altijd genoemd. Niet te missen tijdens je stedentrip zou je dus kunnen stellen, maar toch vond ik het een beetje tegenvallen.
De markthal met gietijzeren constructies en hoge bogen is zeker indrukwekkend. Het werd eind 19e eeuw gebouwd en is nog altijd de grootste van de stad. Op de begane grond worden verse producten verkocht en op de verdieping erboven vind je vooral toeristische kraampjes. Wil je typisch Hongaarse producten proeven en kopen, dan kan je hier los. Ik vond het voor zo’n centrale plek in de stad echter niet zo levendig en interessant als ik had gehoopt. Maar loop vooral even naar binnen en oordeel zelf.
7. Metropolitan Ervin Szabó Bibliotheek – een verborgen parel voor liefhebbers van boeken en geschiedenis


De grootste verrassing van Boedapest was voor mij de Metropolitan Ervin Szabó bibliotheek. In eerste instantie lijkt dit een gewone bibliotheek, maar vervolgens loop je een prachtig 19e-eeuws paleis in met leeszalen vol houten boekenkasten en kroonluchters.
De bibliotheek is sinds 1931 gevestigd in het Wenckheim-paleis, een 19e-eeuws neobarok gebouw dat ooit eigendom was van een aristocratische familie. Hoewel het tegenwoordig een moderne stadsbibliotheek is, zijn meerdere ruimtes in hun oorspronkelijke stijl bewaard gebleven. Het voelt alsof je door een museum loopt, maar dan een waar mensen in een voormalige balzaal zitten te studeren. Toegang is een paar euro.
8. Parisi Passage – een van de mooiste bezienswaardigheden in Boedapest


Nog zo’n plek waar het lijkt alsof je een andere tijd binnenstapt is de Parisi Passage (of Párisi Udvar). Deze prachtige passage vol glas-in-lood, mozaïeken en art nouveau-details is nu onderdeel van een hotel maar je kunt er vrij naar binnenlopen. Ik heb ‘s middags in het café met een kop thee rustig van het mooie interieur zitten genieten. Belachelijk duur, maar de setting maakt het meer dan waard.
De passage werd gebouwd aan het begin van de 20e eeuw als chique winkelgalerij. Na jaren van verval is het gebouw volledig gerestaureerd en in 2019 heropend als onderdeel van een luxe hotel. Het interieur is super elegant en indrukwekkend, dus loop zeker even naar binnen.
9. Szimpla Kert – de beroemde ruïnebar van Boedapest


Een bezoek aan Boedapest is niet compleet zonder een ruïnebar van binnen te hebben gezien. Deze bijzondere cafés en bars zijn gevestigd in leegstaande, half vervallen panden – vaak voormalige woonhuizen of fabrieken – die zijn omgetoverd tot alternatieve, levendige uitgaansplekken. Een beetje chaotisch, maar heel sfeervol met een leuke mix van afgedankte meubels, industriële elementen, planten, neonlichten, en kunstwerken.
De eerste en meest bekende ruïnebar is Szimpla Kert, gevestigd in een oude fabriek in de Joodse wijk van Boedapest. Overdag kun je er terecht voor koffie of lunch en ’s avonds verandert het in een bar en club, vaak met live muziek. Ik was er zondagochtend wanneer er ook een kleine boerenmarkt met lokale producten is. Ik vond het een hele bijzondere plek om rond te lopen. Elke ruimte ziet er weer anders uit. Super leuk!
10. Capa Center – voor liefhebbers van fotografie


Als liefhebber van fotografie kende ik uiteraard het werk van oorlogsfotograaf Robert Capa, maar dat hij in Boedapest als Endre Friedmann is geboren wist ik dan weer niet. Het fotografiemuseum Capa Center is naar hem vernoemd en is zeker een aanrader om te bezoeken.
Het is sinds 2013 gevestigd in een elegant art-nouveau gebouw (daarvoor zat hier het Ernst Museum). Er is geen permanente collectie, maar ze organiseren het hele jaar door wisselende tentoonstellingen van (inter)nationale fotografen.
11. Tram 2 – sightseeing met het openbaar vervoer


Tramlijn 2 doet hetzelfde als alle andere trams in de stad: het brengt je van A naar B, en hoort dus bij het openbaar vervoersnetwerk van de stad. Wat Tram 2 echter bijzonder maakt is dat deze gele klassieke tram langs de Pest-zijde van de Donau rijdt en onderweg een mooi uitzicht biedt op onder andere het Parlement, de Kettingbrug, de Burchtheuvel en de Citadel aan de overkant. Heb je niet zoveel zin (of tijd) om overal naartoe te lopen, dan is een ritje met tram 2 perfect om toch veel van de stad te zien.
12. M1 metrolijn – reizen met een stukje geschiedenis

Voor wie niet alleen van A naar B wil, maar onderweg ook wat geschiedenis wil meepikken, is de M1 metro een hele leuke ervaring. De lijn werd in 1896 door keizer Franz Joseph geopend en is daarmee de oudste metro op het Europese vasteland (alleen de Londense metro is ouder).
De perrons onder de grond zijn nog grotendeels in originele stijl: met houten banken, gietijzeren balustrades, witte wandtegels en ouderwetse borden. Heel leuk om te zien.
Wil je meer weten over de geschiedenis van de metro in Boedapest en de oorspronkelijke metro’s bekijken, stap dan even uit bij station Deák Ferenc tér voor een bezoek aan het Millennium Underground Museum.
13. Thermale baden – de meest traditionele activiteit in Boedapest
Hoewel ik ze tijdens mijn bezoek aan Boedapest heb overgeslagen, kun je eigenlijk niet om de thermale baden heen. Dit is waarschijnlijk de meest iconische ervaring in de stad – een traditie die teruggaat tot de Romeinse tijd. Dankzij de vele natuurlijke warmwaterbronnen heeft Boedapest tientallen badhuizen waar je het hele jaar door kunt ontspannen in zwembaden met geneeskrachtig water, vaak omringd door prachtige architectuur.
Het bekendste is het Széchenyi Thermal Bath, met zijn grote warme buitenbaden in het stadspark, dat ook in de winter open is. Het Gellértbad, aan de Boeda-zijde, is populair vanwege het art-nouveau-interieur en de mooie mozaïeken. Minder bekend maar minstens zo bijzonder zijn de Rudas Thermen. Dit 16e-eeuwse badhuis – een van de oudste in de stad – heeft een authentieke Turkse koepelzaal en een modern bad op het dak, met panoramisch uitzicht over de Donau. Eh, waarom heb ik dit ook alweer overgeslagen…?
Handige reistips voor je stedentrip naar Boedapest


Hoeveel dagen heb je nodig om Boedapest te zien?
Met drie volle dagen heb je genoeg tijd om de belangrijkste bezienswaardigheden te bezoeken en op je gemak door de stad te wandelen. Ik kwam zelf vrijdagmiddag aan en vloog maandag begin van de avond weer terug, dat was perfect. Korter kan natuurlijk ook, maar dan moet je wat meer keuzes maken in de highlights die je wilt zien.
Waar overnachten in Boedapest?


De meeste toeristen overnachten in een hotel of Airbnb in Pest, dus het oostelijke deel van de stad. Populaire wijken zijn Erzsébetváros (de Joodse wijk, met veel ruïnebars en street art), Belváros (het centrum, dicht bij de Donau en het parlement), of Terézváros (culturele wijk, met veel accomodaties, theaters en de chique Andrássy út boulevard). Je kunt uiteraard ook aan de Boeda-zijde iets zoeken. Dit is groener en rustiger, maar je loopt minder makkelijk overal naartoe.
Ik sliep in een prachtig ingericht en ruim appartement in de wijk Terézváros, dat ik via Airbnb had geregeld.
Hoe kom je van de luchthaven naar het centrum van Boedapest?
De snelste en eenvoudigste manier is de 100E airport shuttlebus. Deze rijdt meerdere keren per uur en brengt je rechtstreeks naar het centrum. De eerste stop in de stad is Kálvin Tér. Dit duurt ongeveer 30 minuten en vanaf hier kan je verder reizen met het openbaar vervoer. De laatste halte is Deák Ferenc Tér.
Je kan een kaartje bij de automaat kopen (staan buiten bij de bus), of in de bus als er bij de halte (bijvoorbeeld op de terugweg) geen automaat is. Dit kost HUF1500, ongeveer €3,50. Let op: andere tickets, zoals de dagpas voor het OV (HUF1650) zijn niet geldig voor deze bus.
Een taxi of Bolt (de lokale Uber-variant) is ook een optie, maar dit kost ongeveer 25-30 euro.
Hoe reis je met het openbaar vervoer in Boedapest?
Boedapest heeft een uitgebreid en goed georganiseerd openbaar vervoerssysteem van metro, tram en bus. Ga je veel op een dag doen, dan is een 24- of 72-uurskaart handig en voordelig. Vergeet niet om je kaartje te valideren voordat je ‘m voor het eerst gebruikt!
Wat is de beste tijd van het jaar om Boedapest te bezoeken?


De beste reistijd voor een city trip Boedapest is het voorjaar (april-mei) en het najaar (september-oktober). Dan is het weer aangenaam en is het minder druk dan in de zomer. In de winter is de stad sfeervol met kerstmarkten, maar wel koud. In de zomer kan het heet worden met temperaturen boven de 30 graden. Ik was er echter in augustus en had alles behalve mooi weer, dus niks is zeker.
Hoe betaal je in Boedapest?
In Hongarije betaal je met de Hongaarse forint (HUF). In de meeste winkels, restaurants en musea kun je prima terecht met je pinpas of creditcard, maar het is altijd handig om wat contant geld bij je te hebben voor kleinere aankopen zoals een marktbezoek of een snack. Pinautomaten zijn overal te vinden.
Zelf gebruik ik Wise om makkelijk, snel én voordelig te betalen in lokale valuta. Je wisselt vooraf in je account geld tegen de actuele (en dus echte) wisselkoers en kunt met de Wise-kaart gewoon pinnen alsof je een lokale bankpas hebt – ideaal voor op reis.
Zijn winkels en musea op zondag open in Boedapest?
De meeste winkels in het centrum zijn ook op zondag open, al kunnen de openingstijden wat beperkter zijn. Grote winkelcentra zijn meestal zeven dagen per week open. Veel musea zijn juist op maandag gesloten, dus plan je bezoek daar omheen als je iets specifieks wilt zien.


Dit artikel bevat affiliate links. Dit betekent dat ik een kleine commissie kan ontvangen als je besluit via deze links iets te kopen. Voor jou blijft de prijs hetzelfde. Meer informatie over hoe ik affiliate marketing gebruik kan je vinden in de Disclaimer.